Proeven rijden

De F Proeven zijn proeven die geschikt zijn voor ruiters die net beginnen met paardrijden tot en met gevorderden. Er zijn in totaal 20 F Proeven en daarbij kan voor de even proeven een diploma behaald worden. Om naar de volgende klasse te promoveren moet de ruiter voldoende promotiepunten behalen. Tevens is er aan een aantal proeven een theorie-examen gekoppeld. Als je een promotiepunt haalt dan wordt dit altijd geregistreerd in het ruiterpaspoort.
  • De F1 en F2 hebben nog geen galop en de figuren zijn eenvoudig.
  • De F3 en F4 hebben simpele figuren, maar wel met galop.
  • De F5 en F6 worden iets moeilijker met figuren.
  • Vanaf de F7 moeten de figuren nauwkeurig op de letter gereden worden. Het wordt hierdoor nog wat moeilijker.
  • Na het behalen van het F8 diploma mogen ruiterpaspoorthouders meedoen aan landelijke wedstrijden van het KNHS. Hier mag de ruiter meedoen in de B dressuur als hij een FNRS Manegestartkaart heeft.
  • Wanneer het F12 diploma behaald is, mogen ruiterpaspoorthouders starten in de klasse L1 dressuur van de KNHS wedstrijden.
  • Het niveau van rijden wordt vanaf F13 steeds hoger en de oefeningen steeds moeilijker. Naast het wijken leert de ruiter ook een wending om de achterhand te rijden, contragalop en schouderbinnenwaarts.
  • De F20 proef staat ongeveer gelijk aan het M1 niveau (KNHS)

Diplomarijden
Diplomarijden is speciaal door de FNRS ontwikkeld om ook ruiters zonder eigen paard of pony proeven te laten rijden. De proeven mogen dus op verschillende paarden gereden worden. Bij het FNRS Diplomarijden wordt niet gekeken naar de combinatie van ruiter en paard, maar alleen naar de ruiter. Er wordt onder andere gekeken of de ruiter de hulpen op de juiste manier geeft.

Aan de even proeven (F2, F4, F6 etc.) zijn diploma’s verbonden. Tevens moet een ruiter voordat hij voor bepaalde proeven een diploma kan behalen, een theorie-examen afleggen. Dit geldt voor de proeven F2, F4, F6, F8 en F10. Als de ruiter 210 punten voor de diplomaproef heeft gereden en daarbij in een eventueel theorie-examen 3 of minder fouten heeft gemaakt, krijgt hij zijn diploma voor het betreffende niveau.

Om van F1 en F2 door te mogen naar de volgende proef, moet er 1 promotiepunt behaald worden. Van F3 tot en met F20 moeten er minimaal 3 en maximaal 5 promotiepunten behaald worden om over te mogen naar de volgende proef. De theorie-examens zijn niet moeilijk, maar een stimulans om het boek “Leer paardrijden met plezier” te lezen en zo van alles te leren over paarden en paardrijden.

Alleen de ruiter wordt beoordeeld
Er wordt een proef gereden door een ruiter en daarbij wordt er door de jury rekening gehouden met het karakter en de mogelijkheden van het paard of de pony waarmee gestart wordt. Komt de ruiter binnen op een hele lieve pony die heel moeilijk in de linkergalop wil aanspringen, dan zal de jury extra goed kijken of de ruiter bij het aanspringen de juiste hulpen geeft. Springt de pony toch verkeerd aan, dan moet de ruiter de pony terugnemen en het opnieuw proberen met extra duidelijke hulpen. Wanneer dat duidelijk genoeg getoond is, kan een ruiter toch voldoende punten krijgen voor dit onderdeel, ook al voert de pony de opdracht niet goed uit. Het karakter van een paard of pony kan soms ook voor problemen zorgen tijdens het rijden. Het gaat er om dat de jury ziet dat de ruiter hier correct mee omgaat, zodat de ruiter toch voldoende punten kan krijgen voor een proef.

Wedstrijdkleding
Tijdens wedstrijden moet je natuurlijk wel netjes gekleed zijn, er is zelfs een officieel wedstrijdtenue! Dat tenue is als volgt: rijlaarzen of lederen jodphurs met chaps,  witte of beige rijbroek. Witte blouse met daarop een rij-jasje met plastron en speld of een zwarte bodywarmer. Witte handschoenen maken het geheel compleet en voor dames zijn er eventueel ook allerlei strikken of knotjes voor in het haar te maken! Een jasje kun je meestal wel van iemand lenen en deze kun je ook huren.

FNRS commissie

Voor het organiseren van de FNRS proevendagen hebben wij een fantastisch team vrijwilligers in huis! Deze mensen dragen zorg voor het secretariaat, het regelen van juryleden, het maken van de startlijst en het ringmeesteren tijdens de proevendagen.